Ik kan me die dag nog goed herinneren, die mooie lente dag, dat het lijkt alsof het gisteren was. Zoals ik al zei was het mooi weer en moest ik gewoon naar buiten. Genieten van het lekkere weer en alles om me heen. Ik bel een van mijn vriendinnetjes met de vraag of ze zin heeft om buiten te komen skeeleren. Skeeleren of beter gezegd skaten, dat klinkt stoerder, is een van mijn favoriete bezigheden. Lekker hard gaan en van die kunstjes uithalen en er zonder kleurscheuren van afkomen. Na het telefoongesprek zoek ik mijn skates en trek ze aan om zo naar beneden te gaan. Van mijn moeder krijg ik nog de opmerking dat ik niet met de skates mag traplopen en dat ik ze beneden aan moet doen. Zo gezegd, zo gedaan.
Als ik buiten ben skate ik richting het huis van mijn vriendin. Die woont wat verder op in de straat, wij wonen tegenover het speelplaatsje en zij tegenover de pakeerplaats. Als ik wat verder skate zie ik een man op me afkomen. Wat me meteen opvalt is het feit dat hij geen schoenen draagt en dat hij op witte sokken rent. Ik bedenk me dat het nogal dom is omdat er soms veel glas kan liggen. Als ik weer opkijk zie ik dat hij recht op me afkomt. Zo te zien is het geen Nederlander. Ik zie dat hij een vale paarse sweater aan heeft en een vale spijkerbroek. Hij kijkt verwilderd, en komt steeds dichterbij. Ik kan geen kant op, ik verlies mijn balans als ik over een riooleringsdeksel rij en val.
De man is nu zo dichtbij dat hij mij op de grond duwt en op me in begint te slaan. Ik maak me zo klein mogelijk en bedenk me dat ik nog niet dood wil en ik hoop dat hij geen mes of iets anders scherps bij zich heeft. Als ik een beetje opkijk zie ik mijn moeder naar me toe rennen. Mijn moeder komt steeds dichterbij en dan houd het op. De man springt op en rent op mijn moeder af, geeft haar een paar raake klappen. Als ik bevend opsta zie ik de man wegrennen verder de straat in. Ik wil hier weg en skate in de richting van de pakeerplaats waar ik mijn neef aan zie komen lopen. Als ik bij hem ben voel ik me weer wat veiliger.
Twee jongens rennen achter de man aan en mijn vader komt niets vermoedend van zijn werk als een van de jongens schreeuwt dat de man moet worden tegengehouden. Mijn vader krijgt de man te pakken en samen met de twee jongens lopen ze richting het politiebureau. De man gaat te keer en roept en schreeuwt allerlei dingen. Bij het politiebureau wordt de man in hechtenis genomen. Na één dag loopt de man alweer vrij en zie ik hem beneden langs ons huis lopen.
Gebaseerd op een waargebeurd verhaal.